Zijn steile hellingen alleen al goed genoeg voor het maken van topwijnen? Druivenranken stellen hoge eisen aan de bodem om een goede kwaliteit druiven te geven. De bodem waar de stokken in wortelen is van grote invloed op de uiteindelijke wijn die gemaakt kan worden. Voordat we ingaan op de invloed van de hellingshoek van wijngaarden eerst iets over een belangrijke eigenschap van de druif als plant.
Een eigenschap van druivenstokken die heel belangrijk is is het gedrag onder slechte omstandigheden. Wat doet de plant als het kouder worden, het einde van het seizoen nadert? Druiven zijn van oorsprong klimmers die tot in de toppen van bomen kunnen groeien op zoek naar licht. Als een druif groeit in een omgeving zonder schaarste, dus genoeg voeding, water en warmte, dan zal de druif alle energie steken in de groei van het blad.
De druiven worden hierdoor niet goed rijp. Is er echter beperking dan gaat een overlevingsstrategie in werking en gaat de druif proberen rijp fruit, met daarin zaadjes, te maken. Deze eigenschap is van grote invloed op het effect dat verschillende bodems op de druivenstokken hebben.
Een ander sterk effect is de groeikracht van de druif. Dit verschilt per ras maar is ook afhankelijk van de bodem en het klimaat. Wijnproducenten van kwaliteitswijnen zijn dan ook altijd in de weer om te voorkomen dat de druif te snel groeit en teveel druiven produceert.
Met bovenstaande informatie in gedachten kunnen we een aantal voordelen van steile hellingen benoemen. Door erosie zal de dikte van de laag waar de druiven in wortelen niet heel erg groot zijn. (foto rechts) Onderaan is de helling dikker dan bovenin. Hierdoor is er relatief weinig voeding voorhanden. De hoeveelheid beschikbaar water is in ieder geval door hellingshoek en dus goede afwatering ook beperkter. De wortels stuiten op een steile helling al gauw op minder goed doordringbare rots. Steile hellingen bestaan meestal uit harder gesteente wat water minder goed vast kan houden.
Wijnbouw vindt plaats in gebieden waar de zon nooit loodrecht op de bodem straalt. Hierdoor is de hoeveelheid warmte per vierkante meter duidelijk minder dan in de tropen. Op hellingen is dit natuurlijk een ander verhaal. Wijngaarden op helling naar de zon gericht kunnen hierdoor veel meer warmte ontvangen dan vlak gelegen wijngaarden, mits ze naar de zon toe zijn gericht. Dit laatste beperkt natuurlijk de keuze daar niet alle hellingen op de zon zijn gericht. In sommige gebieden zijn de hellingen bijvoorbeeld meer naar het oosten. Een goed voorbeeld is Côte d’Or of grote delen van de Elzas. In te warme gebieden als bijvoorbeeld Spanje is een noordhelling soms een voordeel. Ook lokale verschillen kunnen van invloed zijn. Op de zuidwest hellingen kan bijvoorbeeld minder ochtendnevel aanwezig zijn waardoor meer zonlicht in de middag op de druiven valt. Bij Boppard in de Mittelrhein, een echt koel klimaat, zie je alle wijnbouw op een klein stukje waar de Rijn waar de hellingen op het zuiden zijn georiënteerd. De Bopparter Hamm. Terwijl het klimaat langzaam opwarmt komen tegenwoordig ook minder op het zuiden gerichte wijngaarden steeds meer in beeld.
Voordelen alom dus. Er zijn echter wel degelijk ook nadelen verbonden aan hellingen. Ten eerste is de hellingshoek bepalend. Hoe steiler hoe beter gaat hier niet op. Op een gegeven moment zijn de hellingen gewoonweg te steil om nog (machinaal) te kunnen bewerken. Soms kan er alleen nog maar met de hand worden gewerkt, eventueel met behulp van duur aangelegde transport systemen. Aanleg van wijngaarden op hellingen boven de 15 a 18 procent wordt tegenwoordig als problematisch gezien. Toch zijn er in Europa veel hellingen steiler. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld de Mosel en de Nahe, maar ook in de Wachau en langs de Rhône. Je ziet dan ook dat sommige wijngaarden in deze streken er verwaarloosd bij liggen. Andere voordelen slaan om in nadelen doordat de afwatering en daardoor soms ook de erosie een groot probleem worden. Toch is er een kleine revival aan de gang en zijn er streken waar (jonge) producenten proberen deze culthistorisch belangrijke steile hellingen weer in productie te brengen.
Een ander probleem is de snelheid waarmee je kunt werken op de steile hellingen. Bij veel biologisch werkende producenten met steile hellingen wordt er vaak in een vaste cyclus, meer preventief, gewerkt in plaats van af te wachten tot er moet worden ingegrepen. Dit kan dan vaak niet snel genoeg en ze willen natuurlijk geen gebruik maken van milieuvervuilende helikopters en sproeivliegtuigjes.
Naast voordelen dus ook nogal wat nadelen zeker voor de biologische wijnbouw. Druivenrassen hebben ook nog invloed. Economische belangen, type wijn, klimaat en voorkeuren van de producenten spelen allemaal een rol en hoewel er grote voordelen zitten aan (steile) hellingen is het uiteindelijk een belangrijke, maar niet de belangrijkste factor.